Samenvatting

Belastingen hebben twee functies:

– budgettaire functie: het vullen van de staatskas om de collectieve goederen te betalen;

– instrumentale functie: het beïnvloeden van het gedrag van burgers.

Collectieve goederen zijn goederen die alleen door de overheid geleverd kunnen worden, zoals onderwijs, politie, gezondheidszorg, bijstandsuitkeringen, wegen en straatverlichting.

Rijksbelastingen worden ingedeeld in directe belastingen en indirecte belastingen:

– Directe belastingen worden geheven bij degene die de belasting ook moet betalen. Voorbeelden van directe belastingen zijn inkomstenbelasting, loonbelasting en vennootschapsbelasting.

– Bij indirecte belastingen betaal je de belasting niet rechtstreeks aan de overheid. Voorbeelden van indirecte belastingen zijn omzetbelasting (btw) en accijns.

Bronnen van het belastingrecht vind je in:

– wetgeving;

– uitvoeringsregelingen;

– uitvoeringsbesluiten;

– Europese richtlijnen;

– rechtspraak of jurisprudentie.

De Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) gaat over de verhouding tussen de Belastingdienst en de belastingplichtige. In de AWR staan algemene bepalingen die van toepassing zijn op alle rijksbelastingen.

In de AWR staat wat je rechten en plichten zijn.

Onderwerpen zijn onder andere:

– burgerservicenummer;

– de fiscale partner;

– het fiscale woonplaats;

– het systeem van belastingheffing;

– de regels van bezwaar en beroep;

– vertegenwoordiging;

– verplichtingen bij belastingheffing;

– bestuurlijke boeten.