Samenvatting H 6

Samenvatting

De winsten van ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid vallen onder de vennootschapsbelasting.

 

De winstuitkering die aandeelhouders ontvangen heet dividend.

De ontvanger van het dividend mag de dividendbelasting verrekenen als voorheffing bij de belastingaanslag:

·     Voor een natuurlijk persoon is dividendbelasting een voorheffing op de aanslag inkomstenbelasting.

·     Voor een rechtspersoon is de dividendbelasting een voorheffing op de aanslag vennootschapsbelasting.

 

In de Wet Vpb staan alle lichamen genoemd die belastingplichtig zijn als ze in Nederland zijn gevestigd:

1.       nv’s, bv’s en andere vennootschappen waarvan het kapitaal in aandelen is       verdeeld;

2.       coöperaties;

3.       onderlinge waarborgmaatschappijen;

4.       woningcorporaties

5.       verenigingen en stichtingen voor zover zij een onderneming drijven;

6.       publiekrechtelijke rechtspersonen.

 

Het tarief van de vennootschapsbelasting is opgebouwd uit twee schijven.

Voor 2023 is er een laag tarief van 19% over winst tot € 200.000 en een tarief van 25,8% over het meerdere.

 

Voor het berekenen van het belastbare bedrag voor de vennootschapsbelasting zijn er twee manieren;

1.   vermogensvergelijking, waarbij je het fiscale eindvermogen vergelijkt met het fiscale beginvermogen;

2. vanuit de commerciële winst.

 

Er zijn ook een aantal regelingen die alleen voor de inkomstenbelasting gelden en niet voor de vennootschapsbelasting:

·     ondernemersaftrek;

·     MKB-winstvrijstelling.

 

Kapitaalstortingen zijn geen opbrengsten maar verhogen wel het vermogen. Kapitaalstortingen tel je daarom bij het beginvermogen.

Er zijn drie vormen van kapitaalstortingen:

·     emissie van aandelen tegen de nominale waarde;

·     agio bij een emissie van aandelen boven de nominale waarde;

·     informele kapitaalstorting: hiervan is sprake als de aandeelhouder de vennootschap bevoordeelt zonder dat er sprake is van formeel kapitaal.

 

Kapitaalonttrekkingen zijn geen kosten maar verlagen wel het vermogen. Kapitaalonttrekkingen tel je daarom bij het eindvermogen.

Er zijn drie vormen van onttrekkingen:

·     (interim)dividend = winstuitkering aan aandeelhouders;

·     verkapte winstuitdeling: als de bv bijvoorbeeld iets aan de aandeelhouder verkoopt tegen een prijs die lager is dan de marktwaarde;

·     vennootschapsbelasting van dat jaar en voorheffingen op de vennootschapsbelasting.

 

Naast kapitaalonttrekkingen worden ook kapitaalterugbetalingen bij het fiscaal eindvermogen geteld.

Er zijn drie vormen van kapitaalterugbetalingen:

·     inkoop eigen aandelen tegen nominale waarde;

·     terugbetaling agio indien de originele uitgifte van de ingekochte aandelen boven nominaal bedrag was;

·     informele kapitaalterugbetaling.

 

Bij het berekenen van de fiscale winst vanuit de commerciële winst worden afwijkingen zoals de hoogte van de afschrijvingen, de fiscale herinvesteringsreserve, de kostenegalisatiereserve en de investeringsaftrek gecorrigeerd op de commerciële winst.

 

In de Wet Vpb zijn er twee soorten vrijstellingen:

·     subjectieve vrijstellingen;

·     objectieve vrijstellingen.

 

Subjectieve vrijstellingen zijn vrijstellingen van vennootschapsbelasting voor rechtspersonen die niet belastingplichtig zijn zoals pensioenfondsen, zorginstellingen, scholen, bibliotheken, ziektekostenverzekeraars, verenigingen, stichtingen en kerkgenootschappen.

 

Bij objectieve vrijstellingen gaat het om een vrijstelling van een deel van de winst voor de vennootschapsbelasting. De Wet Vpb bevat de volgende objectieve vrijstellingen:

·     deelnemingsvrijstelling;

·     bosbouwvrijstelling;

·     landbouwvrijstelling;

·     kwijtscheldingswinstvrijstelling.

Deze vrijstellingen gelden ook voor de inkomstenbelasting, behalve de deelnemingsvrijstelling.

 

Bij een deelneming heeft een rechtspersoon minimaal 5% van de aandelen van een andere rechtspersoon. De winst of het verlies van een deelneming is vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting. Dit is de deelnemingsvrijstelling. Zo wordt dezelfde winst niet twee keer belast.

 

Het uitgangspunt van de deelnemingsvrijstelling is dat winsten niet dubbel belast worden. Hetzelfde geldt ook voor verliezen, die zijn niet dubbel aftrekbaar.

Maar er is een uitzondering voor liquidatieverliezen.

 

De schakelbepaling verklaart een aantal artikelen uit de Wet IB van toepassing op de Wet Vpb. Zo zijn van toepassing:

·     objectieve vrijstellingen zoals de landbouwvrijstelling, bosbouw- en     

    kwijtscheldingswinstvrijstelling;

·     investeringsaftrek;

·     kostenaftrekbeperking;

·     herinvesteringsreserve en kostenegalisatiereserve.

 

Net als bij de inkomstenbelasting is er ook bij de vennootschapsbelasting een mogelijkheid om verliezen te verrekenen. Verliezen tot € 1.000.000 mogen volledig worden verrekend.

Een verlies mag worden verrekend met de belastbare winsten van het voorgaande jaar (carry back) en onbeperkt voorwaarts (carry forward). Het oudste verlies wordt het eerst verrekend.

 

Een fiscale eenheid is een situatie waarbij meerdere belastingplichtigen voor een bepaalde belastingsoort als één belastingplichtig lichaam worden beschouwd. Een fiscale eenheid kan worden gevormd voor de vennootschapsbelasting en de omzetbelasting.